Onze statuten

Inloophuis Hoorn | Inn de Koepel

Art Senta
NOTARISSEN
NVD/2016.001042.01/ML
OPRICHTING STICHTING
Vandaag, achtentwintig juli tweeduizend zestien, verschijnen voor mij,
Margaretha Catharina Gerarda Katje-Bijman, kandidaat-notaris, als waarnemer
van Pieter Remco Alsema, notaris te Hoorn:
1 . de heer René Maria VISSER, wonende Diamantplein 20, 1625 RR Hoorn,
geboren te Maartensdijk op zesentwintig december negentienhonderd
vierenveertig, gehuwd;
2. de heer Frederik Adrianus Johannes GROENENDIJK, wonende Kaarder 39,
1625 T K Hoorn, geboren te Rotterdam op drieëntwintig januari
negentienhonderd vijfenveertig, gehuwd.
De verschenen personen verklaren:
Bijlagen
Overeenkomstig hetgeen in deze akte is vermeld, zullen aan de akte de
navolgende stukken worden gehecht:
kopie identiteitsbewijzen.
2
Oprichting
Bij deze een stichting op te richten, waarvoor zullen gelden de navolgende
statuten:
Naam en zetel
Artikel 1
1. De stichting draagt de naam: Stichting Inloophuis De Koepel.
2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Hoorn.
Grondslag
Artikel 2
Een interkerkelijke stichting, die op basis van diaconale inspiratie de bijbelse
begrippen van naastenliefde, gerechtigheid en barmhartigheid in
praktische zin —
Doel
Artikel 3
1 . De doelstelling van de stichting is, op basis van diaconale inspiratie, het
initiatief nemen tot het opzetten-, afsmede het instandhouden van een
inloophuis.
gestalte wil geven.
3
2.Het inloophuis biedt gastvrijheid, een luisterend oor, een rustige sfeervolle
plaats van ontmoeting, een gesprek en mogelijkheden voor
gezelschapsactiviteiten aan ieder die daaraan behoefte heeft.
3. Dit doel kan, afhankelijk van de behoefte, uitgebreid worden met vormen van
(im)materiële ondersteuning.
Artikel 4
De stichting tracht haar doel te bereiken door:
het beschikbaar stellen van een ontmoetingsruimte, met bijbehorende
faciliteiten, ten behoeve van de doelgroep;
het onderhouden van contacten met de betrokken plaatselijke kerken danwel —
met andere betrokken organisaties/instellingen, waaronder de gemeente
Hoorn;
het, al
dan niet gedelegeerd, in dienst hebben van een beroepskracht; het
werven, toerusten en ondersteunen van vrijwilligers voor ondersteuning —
en/of uitvoering van de activiteiten van de stichting;
het zorgdragen voor publiciteit;
alle verdere activiteiten en
werkzaamheden, die bevorderlijk kunnen zijn voor — het inloophuis.
Financiën
Artikel 5
De financiën van de stichting worden gevormd door:
a. subsidies danwel bijdragen verstrekt door de deelnemende kerken, een
4
overheidslichaam en/of door een andere organisaties;
b. erfstellingen, legaten en schenkingen, met dien verstande dat erfstellingen
alleen onder het voorrecht van boedelbeschrijving kunnen worden
aanvaard;
c. alle overige op wettige wijze verkregen middelen en baten.
Geleding(en) van de stichting
Artikel 6.
5
1.De stichting kiest uit zijn midden een bestuur
2.De taken, bevoegdheden en overige bepalingen terzake het bestuur zijn in
deze statuten nader geregeld.
Samenstelling van het bestuur
Artikel 7
1 . Het bestuur bestaat uit een oneven aantal van tenminste vijf personen, die
het doel van de stichting onderschrijven en die bij voorkeur verbonden zijn
met de kerken in Hoorn.
2.Het bestuur kan besluiten het aantal bestuursleden uit te breiden danwel te
verminderen.
3.Indien er binnen het bestuur één of meer vacatures mochten bestaan, blijft
het bestuur niettemin bevoegd.
4.Het bestuur benoemt, schorst en ontslaat zijn bestuursleden.
5.Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, secretaris en
penningmeester. 6. Niet tot bestuurslid benoembaar zijn personen in dienst
van de stichting.
Rooster van aftreden; einde bestuurslidmaatschap
Artikel 8
6
c.
1 . De leden van het bestuur worden benoemd voor een periode van vier jaar.
Aftreden geschiedt volgens een door het bestuur op te stellen rooster van
aftreden. Een volgens het rooster afgetreden bestuurslid is terstond
herbenoembaar.
2. Het bestuurslidmaatschap eindigt:
a. indien de termijn, bepaald bij rooster van aftreden, is verstreken;
b. indien het bestuurslid niet meer aan de in artikel 6 lid 1 genoemde
voorwaarden voldoet;
indien het
bestuurslid gaat behoren tot een categorie van personen als
bedoeld in artikel 6 lid 7;
d. indien het bestuurslid het vrije beheer over zijn vermogen verliest;
e. door ontslagneming van het bestuurslid; door
overlijden van het bestuurslid;
g. door onder curatelestelling van het bestuurslid;
h. door ontslag van het bestuurslid door de rechtbank; door
ontslag van het bestuurslid door het bestuur, krachtens
bestuursbesluit, indien handhaving als bestuurslid redelijkerwijs in het
belang van de stichting niet kan worden verlangd.
3. Een bestuursbesluit tot schorsing of ontslag van een bestuurslid dient te
worden genomen in een vergadering waarin tenminste vier/vijfde
gedeelte van het totaal aantal bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd
is, zulks met een meerderheid van tenminste drie/vijfde gedeelte van het
totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen.
7
Indien op deze vergadering het vereiste aantal bestuursleden niet aanwezig of
vertegenwoordigd is, wordt binnen één maand, echter niet binnen veertien
dagen, een tweede vergadering uitgeschreven, welke, ongeacht het aantal
aanwezigen, bevoegd is omtrent schorsing of ontslag van een bestuurslid te
besluiten met een meerderheid van tenminste drie/vijfde gedeelte van het
aantal geldig uitgebrachte stemmen.
Artikel 9
Indien een vacature ontstaat in het bestuur, voorziet het bestuur zo spoedig
mogelijk in de vervulling daarvan.
Bestuursbevoegdheid en bestuurstaken
Artikel 10
1 . Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Met name heeft het
— bestuur de volgende taken:
8
a.het beheren van het inloophuis en, waar mogelijk en gewenst, het
uitbreiden van de werkzaamheden ten behoeve van de bezoekers;
b.het vervullen van een klankbordfunctie voor bezoekers van het inloophuis en, waar
nodig en/of gewenst, de aldus verkregen informatie door te geven aan de betrokken
kerken danwel aan de instanties/instellingen die het betreft;
c. het eventueel opstellen van jaarlijkse werkplannen;
d.het scheppen van voorwaarden voor het realiseren van de doelstelling van de
stichting;
e.het jaarlijks vaststellen van een begroting;
f. het jaarlijks vaststellen van de jaarrekening en het jaarverslag.
2.Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten
tot — verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot
het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg
of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt
of zich tot zekerheidsstelling voor (een) (de) schuld(en) van een
ander verbindt.
3.Het bestuur stelt jaarlijks een begroting en eventueel een beleidsplan op.
4.Het bestuur kan delen van zijn taak delegeren aan door hem in te stellen
commissies, van welke de taken en bevoegdheden in een door het
bestuur op te stellen reglement worden vastgesteld.
5. De leden van het bestuur mogen niet deelnemen aan leveringen of
aannemingen ten behoeve van de stichting, noch als schuldenaar
9
geldleningen bij de stichting aangaan.
6. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden,
doch kunnen in door het bestuur te bepalen gevallen een vergoeding voor
gemaakte kosten danwel voor verrichte werkzaamheden ontvangen.
7. De penningmeester kan worden gemachtigd om zelfstandig te beschikken over
de lopende rekening bij de bankinstelling(en) van de stichting.
Vertegenwoordiging
Artikel 11
1 . Het bestuur vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechte.
2. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt bovendien toe aan de voorzitter
tezamen met een ander bestuurslid, danwel aan twee andere gezamenlijk
handelende bestuursleden.
Bestuursvergaderingen en bestuursbesluiten
Artikel 12
1 . Bestuursvergaderingen worden gehouden indien de voorzitter dit wenselijk
acht of indien twee andere bestuursleden daartoe schriftelijk en onder
nauwkeurige opgave der te behandelen onderwerpen aan de voorzitter het —
verzoek richten.
Bestuursvergaderingen worden tenminste zes maal per jaar gehouden.
2. De oproeping tot de vergadering geschiedt namens de voorzitter, tenminste —
zeven dagen tevoren, de dag der oproeping en die der vergadering niet
meegerekend, door middel van oproepingsbrieven.
10
3. De oproepingsbrieven vermelden plaats en tijdstip van de vergadering,
alsmede de te behandelen onderwerpen en worden verzonden door de
secretaris.
4. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter, respectievelijk de vice- —
voorzitter van het bestuur; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar
voorzitter aan.
5. De vergadering kan besluiten ook anderen dan bestuursleden tot de
vergadering toe te laten; zij hebben geen stemrecht.
Besluitvorming Artikel 13
1 . Het bestuur kan alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid
van het aantal in functie zijnde bestuursleden ter vergadering aanwezig of
vertegenwoordigd is.
11
2. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten
vertegenwoordigen onder overlegging van een schriftelijke, door de voorzitter
— ter vergadering als voldoende beoordeelde, volmacht. Een bestuurslid kan
daarbij slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.
3. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden
aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle
aan de — orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al
zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden
van vergaderingen niet in acht genomen,
4. Het bestuur kan, mits met algemene stemmen, ook buiten vergadering
besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn
gesteld schriftelijk of per enig ander communicatiemiddel hun mening
te uiten en geen der bestuursleden zich tegen deze wijze van besluitvorming
heeft verzet.
5. Van het verhandelde in de vergaderingen wordt een besluitenlijst gemaakt
door de secretaris of door één der andere aanwezigen door de voorzitter
daartoe aangezocht.
Stemmingen
Artikel 14
1 . leder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
Voorzover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven, worden alle
bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid (zijnde meer dan vijftig
procent) der geldig uitgebrachte stemmen.
12
2. Staken de stemmen bij een stemming over zaken, dan wordt het voorstel geacht
te zijn verworpen.
3. Alle stemmingen over zaken geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een —
schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden dit véér de
stemming verlangt.
Stemming over personen geschiedt steeds bij schriftelijke stemming.
Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
4. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5. De voorzitter van de vergadering is te allen tijde bevoegd een door hem gedaan
voorstel of voordracht, terug te nemen.
6. In alle gevallen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de —
voorzitter.
Beroepskrachten en vrijwilligers
Artikel 15
1 . Het bestuur kan ten behoeve van de uitoefening van de taak van de stichting
een of meer beroepskrachten aanstellen en bepaalt de voorwaarden
waaronder aanstelling geschiedt.
2. Over schorsing en/of ontslag van de beroepskrachten beslist het bestuur.
3. De stichting kan in haar werkzaamheden worden bijgestaan door vrijwilligers.
4. Taak en werkwijze van vrijwilligers kunnen nader worden geregeld in een reglement,
welke de goedkeuring van het bestuur behoeft.
5. Indien het bestuur dit wenselijk acht, kan worden vergaderd met de vrijwilligers al dan niet
tezamen met de beroepskrachten van de stichting.
6. Een gezamenlijke vergadering van bestuur, vrijwilligers en eventueel met de —
beroepskrachten, zal tenminste éénmaal per jaar plaatsvinden.
13
7. Een gezamenlijke vergadering als bedoeld in lid 6 zal eveneens worden gehouden
indien het bestuur danwel tenminste één/tiende gedeelte van de — vrijwilligers danwel
één beroepskracht de wens daartoe kenbaar maakt bij het bestuur.
Adviseurs Artikel 16
1 . Het bestuur kan zich in vergadering doen bijstaan door één of meer
adviseur(s).
2. Deze adviseur(s) heeft/hebben ter vergadering slechts een adviserende stem.
Commissies en werkgroepen
Artikel 17
1 . Het bestuur kan besluiten tot het instellen van één of meer commissies
en/of — werkgroepen ten behoeve van het beheren van het inloophuis en
om de in de — jaarlijkse werkplannen opgenomen speerpunten uit te
werken of te laten uitwerken.
2. Benoeming, schorsing en ontslag van leden van een commissie of werkgroep
vinden plaats door het bestuur.
3. De samenstelling en werkwijze, alsmede de taak van commissies en
werkgroepen worden, zo nodig, door het bestuur geregeld bij reglement.
Boekjaar en jaarstukken
Artikel 18
14
1 . Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van
alles betreffende de werkzaamheden van de stichting naar de eisen die
voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een
administratie te — voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en
andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te
allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden
gekend.
3. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken der stichting afgesloten.
Binnen zes maanden na het einde van het boekjaar wordt door de
penningmeester een jaarrekening, bestaande uit een balans en een winst- en
— verliesrekening en een toelichting daarop, ter vaststelling bij het bestuur
ingediend. Gelijktijdig wordt door de secretaris een schriftelijk verslag van
de werkzaamheden van de stichting over het afgelopen boekjaar ingediend.
4. Het bestuur is verplicht een registeraccountant of een accountantadministratieconsulent, dan wel door het bestuur te benoemen kascommissie, de opdracht
te verlenen tot onderzoek van de jaarrekening. Van dit onderzoek wordt verslag uitgebracht
aan het bestuur.
5. De jaarrekening wordt door het bestuur vastgesteld, waarbij aan de
penningmeester décharge wordt verleend.
6u De begroting wordt uiterlijk in de maand november voorafgaande aan het
betreffende jaar door de penningmeester aan het bestuur ter
vaststelling voorgelegd.
15
7. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden
en andere gegevensdragers gedurende tien jaren te bewaren.
Statutenwijziging
Artikel 19
1 . Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen.
Het besluit daartoe dient te worden genomen in een uitdrukkelijk voor dit
doel — bijeengeroepen vergadering en met een meerderheid van tenminste
twee/derde gedeelte van het aantal geldig uitgebrachte stemmen
in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig of
vertegenwoordigd zijn.
2. Indien in de in lid 1 van dit artikel bedoelde vergadering het vereiste aantal
bestuursleden niet aanwezig of vertegenwoordigd is, kan in een tweede
voor dit doel bijeengeroepen vergadering, te houden ten minste twee
weken en ten hoogste vier weken na de eerste vergadering, het
desbetreffende besluit zoals dat in de eerste vergadering aan de orde was,
worden genomen, ongeacht het aantal aanwezige bestuursleden, mits met
een meerderheid van tenminste — twee/derde gedeelte van het ter
vergadering uitgebrachte aantal geldige stemmen.
3. In afwijking van het bepaalde in artikel 1 1 lid 2 dient voor het oproepen van een
16
vergadering als bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel een termijn van
17
veertien dagen in acht te worden genomen, de dag van oproeping en
vergadering daarin meegeteld.
4. Bij de oproeping tot de vergadering waarin een statutenwijziging zal worden
— voorgesteld, dient een afschrift van het voorstel, bevattende de letterlijke
tekst van de voorgestelde wijziging, te worden gevoegd.
5. Een besluit tot statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een
notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is ieder
bestuurslid bevoegd.
6. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging, alsmede de
gewijzigde statuten, neer te leggen ten kantore van het Handelsregister
gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken binnen welker
gebied de stichting haar zetel heeft.
Ontbinding en vereffening
Artikel 20
1 . Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen —
besluit is het bepaalde in dit artikel van overeenkomstige toepassing.
2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voorzover dit tot vereffening
van haar vermogen nodig is.
3. De vereffening geschiedt door het bestuur, tenzij bij het liquidatiebesluit
andere vereffenaars zijn aangewezen.
4. De vereffenaars dragen er zorg voor dat van de ontbinding van de stichting
— inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 20 lid 6.
18
5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel
mogelijk van kracht.
6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt besteed zoveel
— mogelijk overeenkomstig het doel van de stichting.
7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de
ontbonden stichting gedurende tien jaren berusten onder de
jongste vereffenaar, tenzij deze boeken en bescheiden onder de
zorg van de archivaris van het West-Fries Archief, in het West-Fries Archief
kunnen worden opgeborgen.
Huishoudelijk reglement en andere reglementen
Artikel 20
19
1. Het bestuur kan een huishoudelijk reglement en andere reglementen
vaststellen.
2. De reglementen mogen niet in strijd zijn met de wet noch met de statuten.
Geschillencommissie
Artikel 22
Indien een deelnemende organisatie van mening is dat zich een geschil
voordoet met betrekking tot de stichting, in de meest ruime zin van
het woord, kan de betreffende organisatie dit geschil voorleggen aan de
geschillencommissie.
De geschillencommissie bestaat uit drie leden. De samenstelling van de
commissie is als volgt:
a. één lid aan te wijzen door het bestuur van de onderhavige stichting;
b. één lid aan te wijzen door de deelnemende organisatie die het geschil
voorlegt;
c. één lid, tevens voorzitter, benoemd door het sub a genoemde bestuur en de
sub b genoemde deelnemende organisatie, gezamenlijk.
De geschillencommissie doet terzake een uitspraak, welke het karakter heeft —
van een bindend advies.
Slotverklaring
De verschenen personen verklaren vervolgens:
dat het eerste boekjaar loopt vanaf heden tot en met éénendertig december —
aanstaande, en dat voor
de eerste maal tot bestuursleden van de stichting worden benoemd:
tot voorzitter: de heer Willem Jan Geerlings, geboren te Rheden op zes maart
negentienhonderd tweeënvijftig, gehuwd; tot secretaris: de verschenen persoon
20
sub 1 ; tot penninqmeester: de verschenen
persoon sub 2.
Slot
Hierbij verklaar ik, notaris, dat de verschenen personen en de eventuele
volmachtgever(s), mij bekend zijn op grond van de in de wet als zodanig
erkende identiteitsbewijzen en dat zij zich aan de hand van originele en geldige
identiteitsbewijzen hebben geïdentificeerd, volgens de regels van de Wet ter
voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, ten bewijze waarvan
een kopie van de identiteitsbewijzen, aan de hand waarvan verificatie van de
identiteiten heeft plaatsgevonden, aan deze akte zijn gehecht.
Deze akte is verleden te Hoorn op de datum aan het begin van deze akte vermeld.
Na mededeling van de zakelijke inhoud van deze akte en het geven van een
toelichting daarop aan de verschenen personen, hebben zij verklaard van
de inhoud van de akte voor het passeren daarvan te hebben kennis
genomen, daarmee in te stemmen en op volledige voorlezing geen prijs
te stellen.
Vervolgens is deze akte, onmiddellijk na beperkte voorlezing, door de verschenen
personen en vervolgens door mij, notaris, ondertekend.
(Volgt ondertekening)



Art Senta
NOTARISSEN
NVD/2016.001042.01/ML
OPRICHTING STICHTING
Vandaag, achtentwintig juli tweeduizend zestien, verschijnen voor mij,
Margaretha Catharina Gerarda Katje-Bijman, kandidaat-notaris, als waarnemer
van Pieter Remco Alsema, notaris te Hoorn:
1 . de heer René Maria VISSER, wonende Diamantplein 20, 1625 RR Hoorn,
geboren te Maartensdijk op zesentwintig december negentienhonderd
vierenveertig, gehuwd;
2. de heer Frederik Adrianus Johannes GROENENDIJK, wonende Kaarder 39,
1625 T K Hoorn, geboren te Rotterdam op drieëntwintig januari
negentienhonderd vijfenveertig, gehuwd.
De verschenen personen verklaren:
Bijlagen
Overeenkomstig hetgeen in deze akte is vermeld, zullen aan de akte de
navolgende stukken worden gehecht:
kopie identiteitsbewijzen.
2
Oprichting
Bij deze een stichting op te richten, waarvoor zullen gelden de navolgende
statuten:
Naam en zetel
Artikel 1
1. De stichting draagt de naam: Stichting Inloophuis De Koepel.
2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Hoorn.
Grondslag
Artikel 2
Een interkerkelijke stichting, die op basis van diaconale inspiratie de bijbelse
begrippen van naastenliefde, gerechtigheid en barmhartigheid in
praktische zin —
Doel
Artikel 3
1 . De doelstelling van de stichting is, op basis van diaconale inspiratie, het
initiatief nemen tot het opzetten-, afsmede het instandhouden van een
inloophuis.
gestalte wil geven.
3
2.Het inloophuis biedt gastvrijheid, een luisterend oor, een rustige sfeervolle
plaats van ontmoeting, een gesprek en mogelijkheden voor
gezelschapsactiviteiten aan ieder die daaraan behoefte heeft.
3. Dit doel kan, afhankelijk van de behoefte, uitgebreid worden met vormen van
(im)materiële ondersteuning.
Artikel 4
De stichting tracht haar doel te bereiken door:
het beschikbaar stellen van een ontmoetingsruimte, met bijbehorende
faciliteiten, ten behoeve van de doelgroep;
het onderhouden van contacten met de betrokken plaatselijke kerken danwel —
met andere betrokken organisaties/instellingen, waaronder de gemeente
Hoorn;
het, al
dan niet gedelegeerd, in dienst hebben van een beroepskracht; het
werven, toerusten en ondersteunen van vrijwilligers voor ondersteuning —
en/of uitvoering van de activiteiten van de stichting;
het zorgdragen voor publiciteit;
alle verdere activiteiten en
werkzaamheden, die bevorderlijk kunnen zijn voor — het inloophuis.
Financiën
Artikel 5
De financiën van de stichting worden gevormd door:
a. subsidies danwel bijdragen verstrekt door de deelnemende kerken, een
4
overheidslichaam en/of door een andere organisaties;
b. erfstellingen, legaten en schenkingen, met dien verstande dat erfstellingen
alleen onder het voorrecht van boedelbeschrijving kunnen worden
aanvaard;
c. alle overige op wettige wijze verkregen middelen en baten.
Geleding(en) van de stichting
Artikel 6.
5
1.De stichting kiest uit zijn midden een bestuur
2.De taken, bevoegdheden en overige bepalingen terzake het bestuur zijn in
deze statuten nader geregeld.
Samenstelling van het bestuur
Artikel 7
1 . Het bestuur bestaat uit een oneven aantal van tenminste vijf personen, die
het doel van de stichting onderschrijven en die bij voorkeur verbonden zijn
met de kerken in Hoorn.
2.Het bestuur kan besluiten het aantal bestuursleden uit te breiden danwel te
verminderen.
3.Indien er binnen het bestuur één of meer vacatures mochten bestaan, blijft
het bestuur niettemin bevoegd.
4.Het bestuur benoemt, schorst en ontslaat zijn bestuursleden.
5.Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, secretaris en
penningmeester. 6. Niet tot bestuurslid benoembaar zijn personen in dienst
van de stichting.
Rooster van aftreden; einde bestuurslidmaatschap
Artikel 8
6
c.
1 . De leden van het bestuur worden benoemd voor een periode van vier jaar.
Aftreden geschiedt volgens een door het bestuur op te stellen rooster van
aftreden. Een volgens het rooster afgetreden bestuurslid is terstond
herbenoembaar.
2. Het bestuurslidmaatschap eindigt:
a. indien de termijn, bepaald bij rooster van aftreden, is verstreken;
b. indien het bestuurslid niet meer aan de in artikel 6 lid 1 genoemde
voorwaarden voldoet;
indien het
bestuurslid gaat behoren tot een categorie van personen als
bedoeld in artikel 6 lid 7;
d. indien het bestuurslid het vrije beheer over zijn vermogen verliest;
e. door ontslagneming van het bestuurslid; door
overlijden van het bestuurslid;
g. door onder curatelestelling van het bestuurslid;
h. door ontslag van het bestuurslid door de rechtbank; door
ontslag van het bestuurslid door het bestuur, krachtens
bestuursbesluit, indien handhaving als bestuurslid redelijkerwijs in het
belang van de stichting niet kan worden verlangd.
3. Een bestuursbesluit tot schorsing of ontslag van een bestuurslid dient te
worden genomen in een vergadering waarin tenminste vier/vijfde
gedeelte van het totaal aantal bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd
is, zulks met een meerderheid van tenminste drie/vijfde gedeelte van het
totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen.
7
Indien op deze vergadering het vereiste aantal bestuursleden niet aanwezig of
vertegenwoordigd is, wordt binnen één maand, echter niet binnen veertien
dagen, een tweede vergadering uitgeschreven, welke, ongeacht het aantal
aanwezigen, bevoegd is omtrent schorsing of ontslag van een bestuurslid te
besluiten met een meerderheid van tenminste drie/vijfde gedeelte van het
aantal geldig uitgebrachte stemmen.
Artikel 9
Indien een vacature ontstaat in het bestuur, voorziet het bestuur zo spoedig
mogelijk in de vervulling daarvan.
Bestuursbevoegdheid en bestuurstaken
Artikel 10
1 . Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Met name heeft het
— bestuur de volgende taken:
8
a.het beheren van het inloophuis en, waar mogelijk en gewenst, het
uitbreiden van de werkzaamheden ten behoeve van de bezoekers;
b.het vervullen van een klankbordfunctie voor bezoekers van het inloophuis en, waar
nodig en/of gewenst, de aldus verkregen informatie door te geven aan de betrokken
kerken danwel aan de instanties/instellingen die het betreft;
c. het eventueel opstellen van jaarlijkse werkplannen;
d.het scheppen van voorwaarden voor het realiseren van de doelstelling van de
stichting;
e.het jaarlijks vaststellen van een begroting;
f. het jaarlijks vaststellen van de jaarrekening en het jaarverslag.
2.Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten
tot — verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot
het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg
of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt
of zich tot zekerheidsstelling voor (een) (de) schuld(en) van een
ander verbindt.
3.Het bestuur stelt jaarlijks een begroting en eventueel een beleidsplan op.
4.Het bestuur kan delen van zijn taak delegeren aan door hem in te stellen
commissies, van welke de taken en bevoegdheden in een door het
bestuur op te stellen reglement worden vastgesteld.
5. De leden van het bestuur mogen niet deelnemen aan leveringen of
aannemingen ten behoeve van de stichting, noch als schuldenaar
9
geldleningen bij de stichting aangaan.
6. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden,
doch kunnen in door het bestuur te bepalen gevallen een vergoeding voor
gemaakte kosten danwel voor verrichte werkzaamheden ontvangen.
7. De penningmeester kan worden gemachtigd om zelfstandig te beschikken over
de lopende rekening bij de bankinstelling(en) van de stichting.
Vertegenwoordiging
Artikel 11
1 . Het bestuur vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechte.
2. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt bovendien toe aan de voorzitter
tezamen met een ander bestuurslid, danwel aan twee andere gezamenlijk
handelende bestuursleden.
Bestuursvergaderingen en bestuursbesluiten
Artikel 12
1 . Bestuursvergaderingen worden gehouden indien de voorzitter dit wenselijk
acht of indien twee andere bestuursleden daartoe schriftelijk en onder
nauwkeurige opgave der te behandelen onderwerpen aan de voorzitter het —
verzoek richten.
Bestuursvergaderingen worden tenminste zes maal per jaar gehouden.
2. De oproeping tot de vergadering geschiedt namens de voorzitter, tenminste —
zeven dagen tevoren, de dag der oproeping en die der vergadering niet
meegerekend, door middel van oproepingsbrieven.
10
3. De oproepingsbrieven vermelden plaats en tijdstip van de vergadering,
alsmede de te behandelen onderwerpen en worden verzonden door de
secretaris.
4. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter, respectievelijk de vice- —
voorzitter van het bestuur; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar
voorzitter aan.
5. De vergadering kan besluiten ook anderen dan bestuursleden tot de
vergadering toe te laten; zij hebben geen stemrecht.
Besluitvorming Artikel 13
1 . Het bestuur kan alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid
van het aantal in functie zijnde bestuursleden ter vergadering aanwezig of
vertegenwoordigd is.
11
2. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten
vertegenwoordigen onder overlegging van een schriftelijke, door de voorzitter
— ter vergadering als voldoende beoordeelde, volmacht. Een bestuurslid kan
daarbij slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.
3. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden
aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle
aan de — orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al
zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden
van vergaderingen niet in acht genomen,
4. Het bestuur kan, mits met algemene stemmen, ook buiten vergadering
besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn
gesteld schriftelijk of per enig ander communicatiemiddel hun mening
te uiten en geen der bestuursleden zich tegen deze wijze van besluitvorming
heeft verzet.
5. Van het verhandelde in de vergaderingen wordt een besluitenlijst gemaakt
door de secretaris of door één der andere aanwezigen door de voorzitter
daartoe aangezocht.
Stemmingen
Artikel 14
1 . leder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
Voorzover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven, worden alle
bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid (zijnde meer dan vijftig
procent) der geldig uitgebrachte stemmen.
12
2. Staken de stemmen bij een stemming over zaken, dan wordt het voorstel geacht
te zijn verworpen.
3. Alle stemmingen over zaken geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een —
schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden dit véér de
stemming verlangt.
Stemming over personen geschiedt steeds bij schriftelijke stemming.
Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
4. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5. De voorzitter van de vergadering is te allen tijde bevoegd een door hem gedaan
voorstel of voordracht, terug te nemen.
6. In alle gevallen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de —
voorzitter.
Beroepskrachten en vrijwilligers
Artikel 15
1 . Het bestuur kan ten behoeve van de uitoefening van de taak van de stichting
een of meer beroepskrachten aanstellen en bepaalt de voorwaarden
waaronder aanstelling geschiedt.
2. Over schorsing en/of ontslag van de beroepskrachten beslist het bestuur.
3. De stichting kan in haar werkzaamheden worden bijgestaan door vrijwilligers.
4. Taak en werkwijze van vrijwilligers kunnen nader worden geregeld in een reglement,
welke de goedkeuring van het bestuur behoeft.
5. Indien het bestuur dit wenselijk acht, kan worden vergaderd met de vrijwilligers al dan niet
tezamen met de beroepskrachten van de stichting.
6. Een gezamenlijke vergadering van bestuur, vrijwilligers en eventueel met de —
beroepskrachten, zal tenminste éénmaal per jaar plaatsvinden.
13
7. Een gezamenlijke vergadering als bedoeld in lid 6 zal eveneens worden gehouden
indien het bestuur danwel tenminste één/tiende gedeelte van de — vrijwilligers danwel
één beroepskracht de wens daartoe kenbaar maakt bij het bestuur.
Adviseurs Artikel 16
1 . Het bestuur kan zich in vergadering doen bijstaan door één of meer
adviseur(s).
2. Deze adviseur(s) heeft/hebben ter vergadering slechts een adviserende stem.
Commissies en werkgroepen
Artikel 17
1 . Het bestuur kan besluiten tot het instellen van één of meer commissies
en/of — werkgroepen ten behoeve van het beheren van het inloophuis en
om de in de — jaarlijkse werkplannen opgenomen speerpunten uit te
werken of te laten uitwerken.
2. Benoeming, schorsing en ontslag van leden van een commissie of werkgroep
vinden plaats door het bestuur.
3. De samenstelling en werkwijze, alsmede de taak van commissies en
werkgroepen worden, zo nodig, door het bestuur geregeld bij reglement.
Boekjaar en jaarstukken
Artikel 18
14
1 . Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van
alles betreffende de werkzaamheden van de stichting naar de eisen die
voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een
administratie te — voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en
andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te
allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden
gekend.
3. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken der stichting afgesloten.
Binnen zes maanden na het einde van het boekjaar wordt door de
penningmeester een jaarrekening, bestaande uit een balans en een winst- en
— verliesrekening en een toelichting daarop, ter vaststelling bij het bestuur
ingediend. Gelijktijdig wordt door de secretaris een schriftelijk verslag van
de werkzaamheden van de stichting over het afgelopen boekjaar ingediend.
4. Het bestuur is verplicht een registeraccountant of een accountantadministratieconsulent, dan wel door het bestuur te benoemen kascommissie, de opdracht
te verlenen tot onderzoek van de jaarrekening. Van dit onderzoek wordt verslag uitgebracht
aan het bestuur.
5. De jaarrekening wordt door het bestuur vastgesteld, waarbij aan de
penningmeester décharge wordt verleend.
6u De begroting wordt uiterlijk in de maand november voorafgaande aan het
betreffende jaar door de penningmeester aan het bestuur ter
vaststelling voorgelegd.
15
7. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden
en andere gegevensdragers gedurende tien jaren te bewaren.
Statutenwijziging
Artikel 19
1 . Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen.
Het besluit daartoe dient te worden genomen in een uitdrukkelijk voor dit
doel — bijeengeroepen vergadering en met een meerderheid van tenminste
twee/derde gedeelte van het aantal geldig uitgebrachte stemmen
in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig of
vertegenwoordigd zijn.
2. Indien in de in lid 1 van dit artikel bedoelde vergadering het vereiste aantal
bestuursleden niet aanwezig of vertegenwoordigd is, kan in een tweede
voor dit doel bijeengeroepen vergadering, te houden ten minste twee
weken en ten hoogste vier weken na de eerste vergadering, het
desbetreffende besluit zoals dat in de eerste vergadering aan de orde was,
worden genomen, ongeacht het aantal aanwezige bestuursleden, mits met
een meerderheid van tenminste — twee/derde gedeelte van het ter
vergadering uitgebrachte aantal geldige stemmen.
3. In afwijking van het bepaalde in artikel 1 1 lid 2 dient voor het oproepen van een
16
vergadering als bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel een termijn van
17
veertien dagen in acht te worden genomen, de dag van oproeping en
vergadering daarin meegeteld.
4. Bij de oproeping tot de vergadering waarin een statutenwijziging zal worden
— voorgesteld, dient een afschrift van het voorstel, bevattende de letterlijke
tekst van de voorgestelde wijziging, te worden gevoegd.
5. Een besluit tot statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een
notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is ieder
bestuurslid bevoegd.
6. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging, alsmede de
gewijzigde statuten, neer te leggen ten kantore van het Handelsregister
gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken binnen welker
gebied de stichting haar zetel heeft.
Ontbinding en vereffening
Artikel 20
1 . Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen —
besluit is het bepaalde in dit artikel van overeenkomstige toepassing.
2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voorzover dit tot vereffening
van haar vermogen nodig is.
3. De vereffening geschiedt door het bestuur, tenzij bij het liquidatiebesluit
andere vereffenaars zijn aangewezen.
4. De vereffenaars dragen er zorg voor dat van de ontbinding van de stichting
— inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 20 lid 6.
18
5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel
mogelijk van kracht.
6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt besteed zoveel
— mogelijk overeenkomstig het doel van de stichting.
7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de
ontbonden stichting gedurende tien jaren berusten onder de
jongste vereffenaar, tenzij deze boeken en bescheiden onder de
zorg van de archivaris van het West-Fries Archief, in het West-Fries Archief
kunnen worden opgeborgen.
Huishoudelijk reglement en andere reglementen
Artikel 20
19
1. Het bestuur kan een huishoudelijk reglement en andere reglementen
vaststellen.
2. De reglementen mogen niet in strijd zijn met de wet noch met de statuten.
Geschillencommissie
Artikel 22
Indien een deelnemende organisatie van mening is dat zich een geschil
voordoet met betrekking tot de stichting, in de meest ruime zin van
het woord, kan de betreffende organisatie dit geschil voorleggen aan de
geschillencommissie.
De geschillencommissie bestaat uit drie leden. De samenstelling van de
commissie is als volgt:
a. één lid aan te wijzen door het bestuur van de onderhavige stichting;
b. één lid aan te wijzen door de deelnemende organisatie die het geschil
voorlegt;
c. één lid, tevens voorzitter, benoemd door het sub a genoemde bestuur en de
sub b genoemde deelnemende organisatie, gezamenlijk.
De geschillencommissie doet terzake een uitspraak, welke het karakter heeft —
van een bindend advies.
Slotverklaring
De verschenen personen verklaren vervolgens:
dat het eerste boekjaar loopt vanaf heden tot en met éénendertig december —
aanstaande, en dat voor
de eerste maal tot bestuursleden van de stichting worden benoemd:
tot voorzitter: de heer Willem Jan Geerlings, geboren te Rheden op zes maart
negentienhonderd tweeënvijftig, gehuwd; tot secretaris: de verschenen persoon
20
sub 1 ; tot penninqmeester: de verschenen
persoon sub 2.
Slot
Hierbij verklaar ik, notaris, dat de verschenen personen en de eventuele
volmachtgever(s), mij bekend zijn op grond van de in de wet als zodanig
erkende identiteitsbewijzen en dat zij zich aan de hand van originele en geldige
identiteitsbewijzen hebben geïdentificeerd, volgens de regels van de Wet ter
voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, ten bewijze waarvan
een kopie van de identiteitsbewijzen, aan de hand waarvan verificatie van de
identiteiten heeft plaatsgevonden, aan deze akte zijn gehecht.
Deze akte is verleden te Hoorn op de datum aan het begin van deze akte vermeld.
Na mededeling van de zakelijke inhoud van deze akte en het geven van een
toelichting daarop aan de verschenen personen, hebben zij verklaard van
de inhoud van de akte voor het passeren daarvan te hebben kennis
genomen, daarmee in te stemmen en op volledige voorlezing geen prijs
te stellen.
Vervolgens is deze akte, onmiddellijk na beperkte voorlezing, door de verschenen
personen en vervolgens door mij, notaris, ondertekend.
(Volgt ondertekening)